De kansen van krimp
Hoofdafbeelding

Wat is leefbaarheid voor jou? Met die vraag begint Marja Janssens, onderzoeker van het Trendbureau Drenthe haar verhaal op het Kenniscafé Leefbaarheid en Krimp, georganiseerd door de Vereniging van Drentse Gemeenten (VDG) op 6 februari 2020.
Als je mensen vraagt wanneer hun dorp ‘leefbaar’ is, en wat leefbaarheid dan precies inhoudt, krijg je verschillende antwoorden. De één zegt misschien gelijk dat het in Drenthe heerlijk landelijk wonen is, terwijl een ander de kleine scholen of saamhorigheid misschien een belangrijkere indicator voor leefbaarheid vindt.
Over het algemeen blijken Drentenaren de leefbaarheid bijna een 8 geven, zo blijkt uit cijfers van het Trendbureau. Maar er zijn grote regionale verschillen, geeft Janssens aan. De cijfers liggen hoger in Noord-Drenthe en lager in Zuidoost-Drenthe.
Een beladen begrip
Wanneer het andere aspect van dit kenniscafé aan bod komt, krimp, blijkt dat dat een wat beladen begrip is. Drenthe kent weliswaar (nog) geen krimpgebieden, maar wel anticipeergebieden. Dat is, volgens de huidige standaard, een stadium vóór krimp.
Op dit moment is de bevolkingsdaling in veel gemeenten ook nog niet zo zichtbaar. In sommige Drentse gemeenten groeide de bevolking zelfs het afgelopen jaar. Toch is de prognose (tot 2050) dat ook Drenthe te maken krijgt met een behoorlijke bevolkingsdaling. In de woorden van Janssens: ‘Daar hoef je niet angstig voor te zijn, maar je moet het je wel realiseren’.
Ontgroening en vergrijzing
De afname van inwoners is bovendien niet het enige waarop de Drentse gemeenten de komende decennia moeten anticiperen. Mogelijk belangrijker nog is de samenstelling van de bevolking.
Exemplarisch is de verwachting dat het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs met meer dan 10.000 scholieren zal afnemen in de provincie Drenthe in de periode tot 2050. Dat is een daling van maar liefst 23% ten opzichte van 2018.
Anderzijds neemt het aantal ouderen toe, als gevolg van de vergrijzing die in heel Nederland zichtbaar is. Dat levert nieuwe vraagstukken op: Hoe bieden we ouderen de zorg en aandacht die ze nodig hebben? En zorgen we ervoor dat ze deze zorg ook kunnen afnemen, (relatief) dicht bij huis?
Denk in ruimte, niet in leegte
Zorgen serieus nemen
‘Dat de bevolking daalt, wil niet zeggen dat de leefbaarheid ook daalt’, aldus Bettina Bock, hoogleraar Bevolkingsdaling en Leefbaarheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en de tweede spreker van de middag.
Wat het wel betekent, geeft ze aan, zijn zorgen voor de toekomst onder inwoners. En het is belangrijk dat beleidsmakers deze zorgen serieus nemen. Ook al kan niet elke school of supermarkt open blijven.
Binding met de regio
De binding die inwoners hebben met het dorp of de gemeente is bovendien van groot belang voor hun bereidheid zich in te zetten voor de leefbaarheid. Die persoonlijke binding werkt op zijn beurt door op de collectieve inzet van een dorpsgemeenschap. Die binding lijkt bij de aanwezige Drentse wethouders en ambtenaren wel snor te zitten. Velen van hen zien in dat samenwerking vereist is om de leefbaarheid op peil te houden. En hier en daar wordt gemompeld dat dat bovendien ook al gebeurt.
Denk in ruimte
Krimp biedt ook kansen, geeft Bettina Bock meermalen aan, maar ze roept de aanwezige beleidsmakers ook op realistisch te blijven. Er zijn zeker ook zorgen.
Ze noemt onder andere een mismatch tussen vraag en aanbod op het vlak van werk, wonen, winkels, en zorg. Maar ze ziet ook ruimte ontstaan voor vernieuwende initiatieven. Inwoners die samen een dorpscafé openhouden of inwoners die samenwerken met zorgprofessionals van ziekenhuizen, weg van de marktwerking. Bock hoopt dat de Regio Deal daarin gaat faciliteren.
‘Denk in ruimte, niet in leegte,’ zo vat ze samen. Een mooie afsluiter om mee huiswaarts te keren.